Begin januari 2022 vloog ik de Atlantische Oceaan over voor een nieuw avontuur: 4 maanden op uitwisseling naar Vancouver. De start van dit avontuur was verre van ideaal; naast een dosis gezonde spanning had ik ook het Covid-19 virus meegenomen, wat ertoe leidde dat ik mijn eerste 10 dagen in een Canadees quarantaine-hotel moest doorbrengen.
|
Waar kun je Rinner van kennen?
Commissielid introkamp 18/19 Voorzitter Den Uytvreter 20/21 |
Toen ik eindelijk naar buiten mocht na deze trage start ging mijn exchange in een stroomversnelling. Ik studeerde aan de Simon Fraser University (SFU), met een campus bovenop Burnaby Mountain, in het oosten van de stad. Vanaf deze berg had je een prachtig wijds uitzicht over de uitgestrekte stad Vancouver. De gebouwen waren groot en van beton, en ik sliep in een piepklein kamertje op een plastic matras. De architect van de campus stond bekend om het ontwerpen van vele gevangenissen in Canada, wat mij niets verbaasde.
Het leven op de campus was alsof je in een typische high school movie leefde. Je ging vaak naar de ijshockey- en basketbalwedstrijden van het universiteitsteam, er was een gym en een zwembad waar je gebruik van kon maken, feesten deed je in houseparty’s met red cups (Canadezen trekken blijkbaar altijd hun schoenen uit op feestjes, raar volk als je het mij vraagt), en je eten haalde je in een grote kantine die 24/7 maaltijden serveerde. Deze was dus ook na het uitgaan open, ideaal voor een late night snack, en werd zo dus één van mijn favoriete plekken.
Omdat bijna alle exchange studenten op dezelfde campus leefden ontstond er al snel een hechte groep waarmee je van alles deed: uitgaan in de stad (een úúr met de bus naar het centrum, dat wel), hiken in de prachtige omgeving, voetballen, samen eten en zelfs af en toe studeren. We hadden ook een vaste borrelavond met alle exchange studenten: dinsdagavond veranderde de Biercraft, de enige kroeg op de campus, in een soort Sarphati-borrel. Ook kon je skiën op pistes die direct aan de stad lagen. ‘s Avonds werden deze verlicht en kon je met uitzicht op alle lichtjes in de stad naar beneden skiën, voor mij een van de mooiste ervaringen van Vancouver.
Over het studeren kan ik kort zijn: het niveau lag in vergelijking met de UvA niet heel hoog, het onderwijs kwam voor mij veel schoolser over. Toch heb ik zeker een paar interessante vakken gevolgd, bijvoorbeeld over de geografie van toerisme. Ook kijken ze in Canada weer net iets anders tegen de wereld aan, en heb ik bijvoorbeeld veel geleerd over de indigenous communities die daar leven.
Vanuit Vancouver heb ik ook meerdere tripjes kunnen maken: een weekendje naar Seattle, dat vlak over de grens ligt, een week naar de bergen van Banff in midden Canada waar het -30° werd ‘s nachts en als klap op de vuurpijl 10 dagen naar Hawaii aan het eind van het semester; een onvergetelijke trip naar het paradijs en extra fijn na zoveel maanden regen en kou.
Ik kan iedereen een exchange ten zeerste aanbevelen: een paar maanden weg uit Amsterdam en alles op je eigen houtje moeten regelen leert je heel veel over jezelf, en daarnaast maak je vrienden uit allerlei verschillende landen en ken ik nu in veel Europese steden mensen om op te zoeken. De lange reis en zelfs de quarantaine in het hotel waren het driedubbel zo waard voor mij, een ervaring om nooit te vergeten.
Het leven op de campus was alsof je in een typische high school movie leefde. Je ging vaak naar de ijshockey- en basketbalwedstrijden van het universiteitsteam, er was een gym en een zwembad waar je gebruik van kon maken, feesten deed je in houseparty’s met red cups (Canadezen trekken blijkbaar altijd hun schoenen uit op feestjes, raar volk als je het mij vraagt), en je eten haalde je in een grote kantine die 24/7 maaltijden serveerde. Deze was dus ook na het uitgaan open, ideaal voor een late night snack, en werd zo dus één van mijn favoriete plekken.
Omdat bijna alle exchange studenten op dezelfde campus leefden ontstond er al snel een hechte groep waarmee je van alles deed: uitgaan in de stad (een úúr met de bus naar het centrum, dat wel), hiken in de prachtige omgeving, voetballen, samen eten en zelfs af en toe studeren. We hadden ook een vaste borrelavond met alle exchange studenten: dinsdagavond veranderde de Biercraft, de enige kroeg op de campus, in een soort Sarphati-borrel. Ook kon je skiën op pistes die direct aan de stad lagen. ‘s Avonds werden deze verlicht en kon je met uitzicht op alle lichtjes in de stad naar beneden skiën, voor mij een van de mooiste ervaringen van Vancouver.
Over het studeren kan ik kort zijn: het niveau lag in vergelijking met de UvA niet heel hoog, het onderwijs kwam voor mij veel schoolser over. Toch heb ik zeker een paar interessante vakken gevolgd, bijvoorbeeld over de geografie van toerisme. Ook kijken ze in Canada weer net iets anders tegen de wereld aan, en heb ik bijvoorbeeld veel geleerd over de indigenous communities die daar leven.
Vanuit Vancouver heb ik ook meerdere tripjes kunnen maken: een weekendje naar Seattle, dat vlak over de grens ligt, een week naar de bergen van Banff in midden Canada waar het -30° werd ‘s nachts en als klap op de vuurpijl 10 dagen naar Hawaii aan het eind van het semester; een onvergetelijke trip naar het paradijs en extra fijn na zoveel maanden regen en kou.
Ik kan iedereen een exchange ten zeerste aanbevelen: een paar maanden weg uit Amsterdam en alles op je eigen houtje moeten regelen leert je heel veel over jezelf, en daarnaast maak je vrienden uit allerlei verschillende landen en ken ik nu in veel Europese steden mensen om op te zoeken. De lange reis en zelfs de quarantaine in het hotel waren het driedubbel zo waard voor mij, een ervaring om nooit te vergeten.